Ik ben zo weg hoor

Achter mij hangt een meneer half uit de cabine van een reusachtige truck die, ik geef het toe, enigszins mijn wrevel opwekte vanwege de plek waar hij staat. Hij blokkeert de afvalcontainers.
Komt vast goed roep ik in een opperbeste stemming op de eerste warme voorjaarsdag van het jaar, ik pas er nog wel bij!

Woont u hier? Knoopt hij een praatje aan, het is zeker lunchpauze. Ja, o wat heerlijk.

Ik moet nog een heel eind rijden.

Naar Brabant zeker? Vraag ik naar boven.

O wat knap van u dat u dat hoort. Weet u, het voordeel van Brabant is dat je daar zo goed hard kan werken en als ik hem vragend aankijk: het is er immers altijd slecht weer.

Als dit dan toch een praatje wordt met een vriendelijke meneer dan gaan we het anders doen, besluit ik eigenhandig.
Hard werken vind ik heerlijk, sluit ik aan, vooral als je doet wat je het fijnst vindt om te doen.

Instemmend voegt hij toe: soms denk ik dat ik wel in de politiek zou willen, vindt u ook niet dat ze er daar een puinzooi van maken? Maar ja, als ik me dan voorstel dat ik daar in die kamer iets sta te verkondigen en dan helemaal alleen blijk te staan….
Nee, daar moest ik maar niet aan beginnen. Toch?

Nou, ik denk dat de kunst dan is dat je daar kan staan en je verhaal kan vertellen zoals jij het echt ziet en je ook goed kan blijven voelen zonder dat mensen je steunen. Volgens mij ben je dan een heel goede politicus want dan praat je echt namens jezelf.

Bent u gelovig?

Nou, niet in de zin dat ik bij 1 kerkelijke groep hoor.

Ja, dat bedoel ik, volgens mij zijn we allemaal hier om te leren. Vind u ook niet?
Wat voor werk doet u?

Dit.

Echt?
Hebt u kinderen?

Jazeker en ook kleinkinderen.

Wat prachtig voor hen. Dan leren zij dus ook dit soort dingen.
Want als dat zo is wat u net zei, hoe ga je dan om met afgunst?

Van jou naar een ander of van die ander naar jou?

Van mijn buurman. Is het daar hetzelfde volgens u? Dus bedoelt u dat ik me goed kan blijven voelen terwijl hij afgunstig op mij is?

En als ik knik: ja maar ik wil hem ook graag aardig blijven vinden. En andersom.

Over dat laatste ga je niet maar wel over dat eerste. U kunt hem aardig blijven vinden ook als hij afgunstig doet. En sterker nog, als u het ook niet meer nodig hebt dat hij u aardig vindt om uzelf goed te voelen, dan moet u eens kijken wat er gebeurt.

Wat een mooi gesprek is dit, zo praat ik nooit met iemand en dan zomaar midden op de dag in mijn wagen! Maar toch nog even over politiek gesproken. Die Omtzigt is toch zielig, vindt u ook niet? Toch echt een stakker. Hij staat helemaal alleen.
En terwijl hij vragend wacht op mijn antwoord zie ik het verschijnen in zijn gezicht. O nee, dat vindt u helemaal niet, u bedoelt dat hij daar helemaal zelf over gaat.

Weet u, rond ik het af, ik schrijf ook verhalen en vandaag gaat het over mijn ontmoeting met een vrachtwagenchauffeur.

Echt? Dat ga ik mijn vrouw vertellen.

Tot hij uit het zicht is zie ik nog zijn zwaaiende arm uit het raampje.