In mijn hoofd

Ik breek mijn hoofd.
Over de essentie van eenzaamheid en alle mythes daarover.
Ik denk, ik voel, ik onderzoek, ik studeer, ik bevraag.

Af en toe ontmoet ik een uitspraak die me beroert. Deze bijvoorbeeld:
‘Eenzaamheid is de droefheid die je voelt als je een tekort aan verbondenheid ervaart’.

Observeren doe ik ook.
Vandaag mijn adorabele kleindochter van 3 jaar en mezelf. Er is geen enkele plek voor droefheid, er zijn golven van geluk.
Wat ervaart zij als ik haar gezichtje even op stand ernst zie staan en ze verzucht: wil naar mama toe. Mist ze in een split second de verbondenheid? En voelt dat even droef?
Geheel en al eigenhandig zet ze ook de volgende stap, de zon breekt weer door en; ‘Kom oma, spelletje doen’. Er is nog zoveel te beleven! Ze ziet het al voor zich.

Het is tijd om naar huis gebracht te worden. Nee, niet alle beren, eentje is toch genoeg? O, kan je niet kiezen tussen de rode en de groene deze keer? O, je wil knuffelen in de auto.

Voor de zoveelste keer vraag ik me af of ik de enige ben die een schijnwerper nodig heeft om de oplossing te vinden voor de sluiting van haar autostoeltje. Ze coacht me geduldig, helpt me van de regen in de drup. En dan zijn we weer opgelucht: hij doet het.

Muziek aan, ja natuurlijk. Dat vinden we allebei immers leuk? En uiteraard pak ik mijn kans om haar in te wijden in de klassieke muziek die mij zo raakt. Daar kan je niet vroeg genoeg mee beginnen weet ik zeker.

Hoor je dat, zeg ik naar achteren, hoor je hoe mooi? Hier kan je fijn op dansen.

Ik zit vast toch, corrigeert ze me.

Even is het stil.

Dan juichend: ‘Oma, ik kan dansen in mijn hoofd!’.