Hieronder beschrijven we een voorbeeld uit de praktijk; een dag uit het leven van een leerkracht (groep 1,2,3) op een ik+/wij+ school waar gewerkt wordt in onderwijsteams.
Drie teams
Er wordt gewerkt in drie teams (groep 1-3, groep 4-6 en groep 7,8). Op deze school werken ze in de ochtend in de ‘eigen klas’ en in de middag groepsdoorbroken. Elke middag reflecteert het team samen kort op de dag en het eigen en gezamenlijk handelen. Een teamcoach is opgeleid en neemt hierin in eerste instantie het voortouw.
De start
”Als ik ’s ochtends vroeg mijn lokaal binnenloop zijn mijn collega’s Manon, Sandra en Linda van de andere groepen daar alvast begonnen met het uitknippen en klaar leggen van het materiaal voor vandaag. Gisteren hebben we samen het weekrooster gemaakt en ook gekeken naar de inhoud van de lessen deze week.
Wij leggen binnen ons aanbod het accent op een taalrijke leeromgeving, een speerpunt van onze school. Als alles klaarligt lopen we met ons vieren naar de teamkamer voor een kop koffie met andere collega’s. Er is geen verplichte ‘briefing’ (op het bord in de teamkamer staan belangrijke mededelingen en anders komen ze wel in de app) maar het is gezellig om elkaar even ‘s ochtends te ontmoeten. Sonja uit team 4-6 vraagt aan mij of ik vanmiddag in overleg met mijn team even wil checken of alle ouderhulp nu geregeld is. In haar team is dat inmiddels voor elkaar.
Binnenkomst kinderen
Bij binnenkomst van de kinderen sta ik bij de deur en begroet ouders en kinderen. Sommige ouders die in gesprek willen vertel ik dat ik bij het uitgaan van de school even kan praten en dat we anders een afspraak kunnen maken.
Door de dag heen
Tijdens de dag maak ik in mijn dagelijkse logboek kleine aantekeningen. Over wat ik zie bij leerlingen in hoe ze werken, hoe ze iets aanpakken en over hoe de les verliep. Ook maak ik kleine ‘krabbels’ van de voor mij moeilijke momenten. Bijvoorbeeld wanneer Youri weer volledig zijn eigen gang gaat in de kring, niet te bewegen is om mee te doe en heel boos word als ik hem aanspreek. En wat ik dan denk, voel en doe. Daar kan ik vanmiddag met mijn collega’s even over in gesprek, samen onze ervaringen met hem delen en een andere ingang vinden.
Lunchen
Lunchen doe ik met een groep collega’s. We hebben het zo georganiseerd dat we niet alleen met ons onderwijsteam pauze hebben. Een fijn moment om elkaar even te ontmoeten en bij te kletsen (en soms ga ik even alleen een rondje lopen of doe ik een ‘rondje’ op mijn telefoon).
De middag
In de middag werken wij met het onderwijsteam heterogeen. We verdelen de kinderen in groepen. Daarbij gebruiken we onze gezamenlijke kennis over de leerlingen. We hebben in iedere ruimte aanbod dat is aangepast op de relevante verschillen tussen kinderen.
Vanmiddag zijn er verschillende taalactiviteiten. We hebben ons als team 1-3 het afgelopen jaar verdiept in rijke taalactiviteiten voor het jonge kind. Dat doen we met gebruik van het boek ‘Rijke Taal – taaldidactiek voor het basisonderwijs’ (Van Koeven en Smits, 2020). Dat boek hebben we met het hele schoolteam gelezen. De studiedagen van dit jaar gebruikten we voor de ontwikkeling van ons aanbod, specifiek voor de doelgroep van je eigen team (voor ons de kinderen van groep 1-3).
Linda is taalcoördinator en heeft veel ideeën en kennis, maar we zijn allemaal heel enthousiast en ik heb het gevoel dat we allemaal echt bijdragen aan het ontwerpen van ons aanbod. Zelf vind ik het heel leuk te zoeken naar inspiratie op internet.
Ik ga taaldrukken met kinderen van groep 2 en 3: kinderen tekenen en schrijven over wat ze meemaakten. Ik begeleid de kinderen die alle letters al kennen met het stempelen van hun verhaal, samen met onze onderwijsassistent. Een leerling uit groep 1 die vraagt om uitdaging doet ook mee.
Kinderen uit groep 3 waarbij we merken dat ze enorme drang naar vrij spel hebben, zijn vanmiddag bij Linda die eerst een prentenboek voorleest. Daarna gaan de kinderen bij haar in het lokaal spelen in hoeken. Zij gaat dan met enkele kinderen in een kleine kring aan de slag met extra aanbod woordenschat. Manon werkt met een groep kinderen aan ‘taaltekenen’; zij praten over een ervaring en tekenen daarover. Zij loopt rond om het verhaal er heel beknopt bij te schrijven.
Samenkomen met onderwijsteam
Als ik s middags de kinderen heb overgedragen aan de BSO en ouders, loop ik met mijn thee naar mijn onderwijsteam. Gisteren hebben we gezamenlijk de lessen van deze week voorbereid en de kinderen ingedeeld. Sandra is onze teamcoach. Als we bij elkaar zijn, stelt zij veel vragen en nodigt iedereen steeds uit vanuit helderheid en reflectie met elkaar te overleggen en ze geeft feedback als we dat niet doen. In het begin ‘leunden’ we erg op haar, maar nu nemen we zelf steeds meer regie en zorgen we er met elkaar voor dat ons overleg echt bijdraagt aan ons onderwijs.
Vandaag houden we het heel kort. We checken bij elkaar of er bijzonderheden waren. We vertellen elkaar over hoe we kijken naar Youri en bevragen elkaar daarop. Sandra vertelt over haar ervaring dat veel kinderen te kort blijven spelen met iets wat ze gekozen hebben op het digibord. We duiken daar even in en ik vertel over het artikel over spelbetrokkenheid dat mij hierbij erg geholpen heeft en beloof het hen toe te sturen.
Manon vraagt of wij echt willen letten op hoeveel kinderen er tegelijkertijd naar de wc gaan. Zij vindt dat de regel die we hierin gemaakt hebben te vaak te losjes wordt gehanteerd. We beloven elkaar daar goed op te letten omdat we het belangrijk vinden dat we consequent zijn m.b.t. routines, dus ga ik er scherp op letten.
We kijken terug op ons middagprogramma en zijn tevreden; donderdagmiddag vervolgen we hetzelfde aanbod. Tenslotte check ik bij mijn collega’s of de ouders voor de Koningsspelen geregeld zijn. Na een half uur overleg sluiten we af. Ik ruim op en bereid de dag van morgen voor.
Afstemmen met collega
Voordat ik naar huis ga loop ik nog even bij Linda binnen over Youri. Zij heeft in de middag Youri geobserveerd bij het vrij spel, terwijl ik bezig was met het taaldrukken. Het is fijn dat ze hem ook echt goed in beeld heeft en we het kunnen hebben over wat we hem zien doen en hoe hij reageert op wat er gebeurt. We hebben beide voor ogen wat we graag willen: hem leren anders te kijken naar de voor hem moeilijke momenten en hem leren hoe hij er zelf voor kan zorgen om zich goed te blijven voelen.
Ze stelt nog een paar goede vragen over mijn gedrag in relatie tot hem, waar ik even op moet kauwen. Dan sluit ik af en stap ik op de fiets”.