Myriam
Een paar weken na de start van het schooljaar komt Myriam in de klas.
Myriam is 10 jaar oud en komt uit Marokko. Ze is twee jaar geleden in Nederland gekomen omdat haar vader is overleden aan Covid. Ze woont nu bij een vriendin van moeder omdat het thuis bij de broer van vader, waar ze eerst waren opgevangen, fysiek onveilig bleek.
Myriam kijkt met grote ogen de klas in. En de klas kijkt met grote ogen terug. Ze heeft een jaar in een zogenaamde ‘nieuwkomersklas’ gezeten en kan redelijk Nederlands. Goed genoeg om te kunnen meedraaien in het regulier onderwijs. De eerste dagen is het wat betreft het contact met andere kinderen nog wat ‘snuffelen’, maar dan zie ik opeens iets ontstaan. De meisjes uit de klas accepteren Myriam niet. Op het schoolplein doet ze haar best, maar speelt ze niet mee. En hoe meer ze wordt afgewezen, hoe meer ze haar best doet.
Tijdens een gesprekje vraag ik aan Myriam hoe ze het vindt op school. Ze zegt dat het ‘best wel goed gaat’, dat ze nog geen vriendinnen heeft en dat wel graag zou willen. Ik vraag haar of ze zelf een idee heeft hoe ze dat wil aanpakken en of ik haar ergens bij kan helpen. Nee, zegt ze stellig. Ik laat haar gaan en zeg dat als ze iets met mij wil bespreken ik er ben. De volgende dagen zie ik dat Myriam zich meer afzijdig houdt van de meisjes. Ze kiest ervoor om wat te lopen op het plein en zit alleen op een bankje. Ik maak oogcontact met haar vraag of het goed gaat. Ze zegt dat het ok gaat en ik laat haar zitten.
Na een paar pauzes wat rondlopen op het plein, vraagt ze aan de jongens uit de klas op het voetbalveld of ze mee mag doen. Dat mag. Ze doet het met plezier. In de klas houdt ze zich afzijdig en is vooral ongelooflijk hard bezig zich de Nederlandse taal eigen te maken. Rekenen kan ze als de beste, vooral als er geen taal aan te pas komt. Het is mooi om te zien hoe ze geniet van het proces van het leren. Ze vindt het echt fijn om rustig te werken en zich te focussen. Ze heeft de wil iets echt te begrijpen en zet zich daar volledig voor in. Binnen no-time beheerst ze de spellingsregels beter dan veel kinderen in de klas.
En dan, heel langzaam, zie ik dat een aantal meisjes toenadering zoeken. Hoe ze in de kleedkamer bij gym grapjes maakt met een paar meisjes. Hoe ze relatie begint op te bouwen met haar klasgenoten. Hoe ze na een paar maanden echte vriendinnen maakt.
Na een jaar groep 7 heeft Myriam het fijn met de klas. Ze voelt zich op haar gemak en laat zichzelf zien, zonder zich anders voor te doen dan ze is. Ik ben ongelooflijk trots op haar. Ze heeft het zelf gedaan.
Myriam illustreert iets wat ik echt geloof met betrekking tot het vak leraar. Dat het jouw taak is om aanwezig te zijn, maar vooral vertrouwen te hebben in de weerbaarheid en kracht van kinderen. Kinderen zijn zélf in staat zijn om zich goed te voelen. Als je al leraar medelijden hebt, ze wil behoeden voor pijn dan ontneem je hen die kans.
Ik geloof dat kinderen een eigen pad lopen in hun leven. Voor mij als leerkracht de opdracht om liefdevol nabij te zijn maar ook de moed te hebben om soms afstand te houden.
Andere Verhalen uit de klas